Terug naar de krant

Met achterdocht maakt Nederland geen vrienden

Leeslijst column Luuk van Middelaar
Leeslijst

Deze woensdag staan op het Binnenhof veel minder buitenlandse reporters dan in maart 2017. Toen maakte onze stembusgang deel uit van hét grote verhaal in de westerse wereld: zou de nationaal-populistische golf van Brexit en Trump ook het Europese vasteland overspoelen? Voor CNN zat Geert Wilders al zowat in het Torentje. Maar de Trump-golf brak op het pragmatisme van Nederlandse, en toen Franse en Duitse kiezers. Gevolg: Rutte III, Macron I en Merkel IV.

Vier jaar later, zonder hijgerige tv-ploegen, houdt de schrijvende buitenlandse pers Nederland opnieuw een spiegel voor. Voor de buren staat bij deze verkiezingen genoeg op het spel. Te beginnen met de vraag: campagnevoeren in een pandemie, hoe werkt dat? In de Frankfurter Algemeine Zeitung mocht CDA-campagneleider Raymond Knops vertellen hoe hij vanaf de achterbank van zijn dienstauto videosessies met kiezers houdt – aardig voor Duitse lezers, die in september mogen stemmen. Die Zeit, op pad in Den Haag, signaleert hoe woede over de falende staat steeds feller wordt. De reporter leest het platgetrapte gras op het Malieveld als teken des tijds; in 2002 vonden in heel Den Haag 350 demonstraties plaats, in 2020 ruim 1.700. Ook toont hij zich subtiel verbaasd dat demissionair premier Rutte na de avondklokrellen van januari, de heftigste uitbarsting van maatschappelijke spanningen in decennia, wegkwam met het simplistische: „Ik ga niet zoeken naar diepere sociologische oorzaken, dit is puur crimineel gedrag.”

Het gaat überhaupt veel over onze premier. Na tien jaar aan de macht is Mark Rutte samen met Geert Wilders, en hier en daar Baudet, de enige nationale politicus met buitenlandse bekendheid. In de Financial Times tekent columnist Simon Kuper een lovend en genadeloos portret van Rutte – en dus van het land dat hem al tien jaar kiest: een man die per sms regeert, non-stop informatie absorbeert, die met iedereen kan regeren: een „glimlachend vacuüm”. Kuper: „Hij wil de Nederlanders niet speciaal ergens brengen, maar zij willen ook nergens naartoe.”

Behalve op pandemie en premier zetten de buren de spiegel op de Nederlandse Europa-politiek. Daar zit wellicht de grootste verandering sinds vier jaar: na de pijnlijke Brexit-stem groeide Den Haag dankzij een diplomatiek offensief uit tot een van de invloedrijkste EU-spelers. Aldus de twee beste Holland-duidingen dezer dagen: van correspondente Mehreen Khan in de Londense FT en van Sébastien Maillard, directeur van het Parijse Jacques-Delors-instituut. Voor de laatste staat buiten kijf dat ons land qua invloed in de EU na Duitsland en Frankrijk op plaats drie staat, voor Italië, Spanje en Polen. Maillards studie heet, vrij vertaald, „Nederland bij de grote jongens?”. Bij FT-vrouw Khan luidt het zo: „Vroeger was Nederland de grootste van de kleine EU-landen. Nu is het de kleinste van de grote.” Dat komt wel met de prijs van verantwoordelijkheid, laat zij een Brusselse ambtenaar zeggen: „Je kunt je niet meer als een puber gedragen.”

Beide auteurs zien hoe Nederland zich sinds 2016 opwerpt als informeel leider van een groepje kleinere gelijkgezinde landen, en tegelijk toenadering zoekt tot Berlijn en Parijs. Dit lukt enerzijds dankzij onze economische geloofwaardigheid als vijfde, goed draaiende EU-economie, anderzijds dankzij enkele invloedrijke EU-posten en een ervaren premier. Tegelijk wijzen Khan en Maillard op de beperkingen. Een terughoudende publieke opinie resulteert in een defensieve EU-agenda, niet in constructief leiderschap. Zie hoe Den Haag in de grote geldstrijd vorig jaar de eis van een modernere EU-begroting (meer onderzoek, minder landbouw) liet vallen ten gunste van korting op de eigen afdracht.

Wordt Rutte de nieuwe David Cameron, de Britse premier die het referendum uitriep en verloor? In de weigering om de eurosceptische flank in zijn partij het zwijgen op te leggen ziet de FT een parallel. Maillard wijst nuchter op de verschillen: Nederland is veel kleiner dan het VK, economisch geheel afhankelijk van de interne markt en ook met munt en grens in de Unie verankerd. Het land heeft geen alternatief.

Successen kunnen verkeerd uitpakken, waarschuwen Maillard en Khan. Op verzoek van Nederland zijn stevige controles in de EU-coronaherstelfondsen ingebouwd, want het geld moet niet naar nepprojecten of corrupte zakenlui gaan. Maar met achterdocht maak je geen vrienden. En de opdringerige Brusselse blik zal spoedig ook Haags beleid treffen, te beginnen met ons belastingparadijs voor multinationals.

Maar dat is het Nederland van Mark Rutte. Graag sturen we de ‘EU-olifant’ op andere landen af, om verbolgen te reageren als het beest ook bij ons een kijkje komt nemen. Hier is alles toch gaaf?

Luuk van Middelaar is politiek filosoof, historicus en hoogleraar EU-recht (Leiden).
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 17 maart 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in